De villa Cavrois heeft twee gevels met imposante afmetingen. Het silhouet van de noordgevel, die soberder is, doet denken aan een schip. In het zuiden, doet de gevel die uitkijkt op de tuin dienst als theatergordijn, langs het terras waar de leden van het gezin samenkomen.
De esthetiek van de villa die ontworpen werd door Mallet-Stevens is resoluut modern, maar het grondplan ervan past in de traditie van het Franse kasteel: de verdeling in twee symmetrische vleugels, die van de ouders langs de ene kant en die van de kinderen en het huispersoneel aan de andere kant. De ontvangstruimtes, centraal in de woning, liggen in het verlengde van de paden van het park en van de waterpartij. De villa en het park passen zo in een zeer gecontroleerde ruimtelijke organisatie, die voortvloeit uit een belangrijk werk rond de verhoudingen, en die uitloopt in de definitie van een "tracé régulateur".
In 1930 bezoeken Mallet-Stevens en Paul Cavrois de bouwplaats van het gemeentehuis van Hilversum, in Nederland, waarvan de bekleding met gele baksteen erg modern aandoet. Op basis van een staal dat hij meeneemt van die reis, laat Mallet-Stevens 26 verschillende mallen maken om bakstenen te vervaardigen voor elke situatie (hoeken, afrondingen). Hoewel de baksteen een traditioneel materiaal blijft in zijn regio, is de manier waarop deze gebruikt wordt voor de villa Cavrois gedurfd: de bekleding verzekert de homogeniteit van de volumes en accentueert het spectaculaire aspect van het gebouw.
De horizontale lijnen domineren het silhouet van de villa: ze worden geaccentueerd door de vele terrassen en de behandeling van het baksteenparement. De verticale voegen zijn onzichtbaar gemaakt, terwijl ze horizontaal uitgehold en zwart geschilderd zijn. Deze radicale benadering van het parement zorgt voor eenheid in het geheel.
De opvallende dakterrassen geven ritme aan de gevels en onderstrepen de horizontale lijnen van de volumes. Met hun witte reling doen ze denken aan een schip en bieden ze uitkijkpunten over het park en de omgeving.
Op de hoogste verdieping dient de pergola niet zozeer als bescherming tegen de zon, maar eerder als decoratie. Op zonnige dagen accentueert zijn schaduw op de muren de strakke volumes van de villa.
Als antwoord op het programma van de opdrachtgever, die lucht en licht vroeg, maakte Mallet-Stevens de gevels grotendeels open met grote raampartijen. De moderniteit van Mallet-Stevens komt tot uiting in de grootte van de vensteropeningen, maar ook in de keuze van de schuifraammodellen, geïnspireerd op Noord-Amerikaanse huizen.
Het hoekvenster van de eretrap biedt, net als de andere openingen, een zicht op het park vanuit een specifiek gekozen hoek.
In de centrale toren bevinden zich het rooksalon en de eretrap en, op de hoogste verdieping, een belvedère met een dominant uitzicht over de omgeving.
Deze belvedère die tegelijk aan de middeleeuwen doet denken en allusie maakt op de controletorens van luchthavens, is een baken in het vlakke landschap. Het silhouet van de toren biedt een verticaal tegengewicht voor de horizontale volumes van de architectuur. Dit element verwijst naar de belvedère van de villa Poiret, die werd gesloopt, en de horlogetoren van het paviljoen van het toerisme, dat Mallet-Stevens ontwierp voor de tentoonstelling van 1925.
.
> Geschiedenis van de Villa Cavrois
> Lezen meer ovre het park, De eetkamer van de ouders of de keuken cuisine
> De restauratie ?